Beschrijving
De belasting op kamperen bedraagt 0,30 euro per nacht per persoon of 50 euro per jaar. Ze is verschuldigd door de eigenaar van het kampeerterrein.
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt voor de gemeente een belasting geheven op kamperen. De belasting wordt geheven per nacht op elke persoon verblijvend in een tent, caravan of andere plaatsen, waar kamperen toegelaten of mogelijk is.
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op 0,30 euro per nacht en per persoon. Kinderen beneden de 12 jaar, vergezeld van hun ouders zijn vrijgesteld van belasting. Daarenboven verleent het schepencollege vrijstelling van belasting aan leden van jeugdorganisaties, welke in groepsverband kamperen, mits voorafgaande aanvraag. Op verzoek van de eigenaar of exploitant van een kampeerterrein zal de belasting forfaitair vastgesteld worden op 50 euro per jaar en per voorziene kampeerplaats, ongeacht de duur van de bezetting. De vaststelling van het aantal kampeerplaatsen gebeurt door de zorgen van het gemeentebestuur.
Artikel 3
De belasting is verschuldigd door de exploitant, de houder of de eigenaar van de terreinen, plaatsen of eigendommen waar gekampeerd wordt.
Artikel 4
Indien eenzelfde toestand voor eenzelfde periode van het jaar binnen het toepassingsveld valt van het reglement van belasting op tweede verblijven is enkel het reglement op tweede verblijven van toepassing.
Artikel 5
De belastingplichtige moet het college voorafgaandelijk inlichten van de plaatsing en de duur van het ter plaatse blijven en er een bedrag gelijk aan de vermoedelijke belasting in bewaring geven. Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contantbetaling worden geboekt en t.o.v. de belastingplichtige met een betalingsbewijs worden bevestigd indien geen tegenbericht van de belastingplichtige bij het gemeentebestuur toekomt uiterlijk de dag voor deze waarop het belastbaar feit zich zal voltrekken.
Als de contantbelasting niet kan worden geïnd of in geval deze niet gelijk is aan de reële belastingschuld, berekend op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur nadien beschikt, zal worden overgegaan tot inkohiering, respectievelijk terugbetaling van het verschil.
Artikel 6
De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.