Goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 november 2022. Gepubliceerd op deze website op 6 december 2022. Dit reglement vervangt het deel over overwelvingen uit het algemeen politiereglement.
Artikel 1
Het is verboden baangrachten geheel of gedeeltelijk te dempen, of te beschoeien met materialen die de infiltratie van water naar de bodem kunnen tegenwerken.
Artikel 2
Het overwelven of inbuizen van baangrachten gelegen langs buurtwegen of gemeentewegen wordt beleidsmatig niet toegelaten, behoudens de noodzakelijke toegang tot het perceel. Hiervan kan slechts om strikt technische redenen worden afgeweken.
Artikel 3
- De levering van het materiaal en het uitvoeren van de werken van de overwelving zullen op kosten van de aanvrager worden verricht, door of in opdracht van de gemeente.
- Het uitvoeren van de werken van de opritten zullen op kosten van de aanvrager worden verricht, door of onder toezicht van de gemeente volgens de retributie op het uitvoeren van werken voor derden op het openbaar domein.
Artikel 4
De werken voor een overwelving dienen uitgevoerd te worden in overeenstemming met volgende richtlijnen:
- De overwelving heeft een maximale breedte van 7 meter, mits voldaan aan volgende voorwaarden:
- geen tegenstrijdige bepalingen in hogere regelgeving of besluiten
- bindende bepalingen in de voorwaarden voor subsidiëring dit toelaten,
- de configuratie van het perceel het toelaat en
- de plaatselijke waterhuishouding niet in het gedrang komt, hetgeen zal beoordeeld worden door het technisch centrum. Mits grondige motivatie vanwege de aanvrager kan het college van burgemeester en schepenen een afwijking op deze maximale breedte toestaan.
- De vergunninghouder of zijn rechtsverkrijger is te alle tijde verantwoordelijk voor de goede staat en werking van de overwelving. Hij is verplicht de overwelving te ruimen en vrij te houden van alle obstakels die een goede afwatering verhinderen. Hij is eveneens verplicht in de landelijke gebieden, in geval er geen verharding wordt voorzien over de overwelving, de wegberm in een goede staat te onderhouden zodat steeds een gelijkaardig dwarsprofiel van de weg en berm wordt aangehouden.
- Het is verboden afvalwater- of hemelwaterleidingen aan te sluiten op de overwelving. Indien dit omwille van technische redenen niet haalbaar is dient een toezichtput te worden voorzien ter hoogte van de aansluiting op de overwelving.
Artikel 5
De werken voor een oprit dienen uitgevoerd te worden in overeenstemming met volgende richtlijnen:
- De oprit heeft een maximale breedte van 7 meter, onafhankelijk van de omgevingsvergunning, mits voldaan aan volgende voorwaarden:
- geen tegenstrijdige bepalingen in hogere regelgeving of besluiten
- bindende bepalingen in de voorwaarden voor subsidiëring dit toelaten,
- de configuratie van het perceel het toelaat.
- De opsplitsing van de maximale breedte van 7m oprit op openbaar domein in twee delen is mogelijk, rekening houdend met een minimale afstand van 1 meter voor het tussenliggende plantvak, bij voorbeeld 3,5 meter oprit + 1 meter plantvak + 3,5 meter oprit.
- Er kan worden afgeweken van de maximum van 7 meter indien het een vennootschap, handelszaak, vrij beroep of een onderneming betreft en dit afhankelijk van de grootte van de zaak. Deze afwijking dient steeds voorgelegd te worden aan het college van burgemeester en schepenen.
- Bomen worden enkel verwijderd voor de strikt noodzakelijke vergunde toegang tot één garage/carport/parkeerplaats.
Artikel 6
Wanneer de te overwelven baangracht een geklasseerde waterloop is, zal de aanvraag moeten geschieden volgens de bepalingen van de wet van 22 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen, bij de bevoegde overheid:
- Voor onbevaarbare waterlopen van eerste categorie is dit de afdeling Water van de administratie milieu-, natuur-, land- en waterbeheer van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, en moet de aanvraag gebeuren overeenkomstig de “richtlijn voor het aanvragen van machtigingen voor het uitvoeren van werken aan en langs onbevaarbare waterlopen van eerste categorie”.
- Voor onbevaarbare waterlopen van 2de categorie gebeurt de aanvraag bij de gouverneur van de provincie.
Wanneer de te overwelven baangracht of oprit gelegen is langs een gewestweg moet vooraf een machtiging aangevraagd worden bij de Agentschap Wegen en Verkeer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Artikel 7
Wanneer het openbaar nut dit vergt of de werken in enig opzicht nadelig zijn, kan het college van burgemeester en schepenen steeds tot wijzigingen of het herstel in oorspronkelijke staat bevelen. Het college stelt een redelijke termijn vast binnen welke de aanpassing, af- of uitbraak moet voltooid zijn.
Indien de aanpassings-, af- of uitbraakwerken niet binnen de gestelde termijn zijn uitgevoerd, zal het college zelf deze noodzakelijke werken laten uitvoeren op kosten van de aanvrager.
De kosten en uitgaven worden bij de aanvrager ingevorderd na voorlegging van een eenvoudige kostenstaat van aannemers of werklieden, al dan niet gestaafd door kwitanties of rekeningen.
Het college van burgemeester en schepenen is steeds gemachtigd ambtshalve maatregelen te treffen met het oog op het aanpassen, af- of uitbreken van de overwelving.