Goedgekeurd door de gemeenteraad op xx/xx/xxxx en gepubliceerd op deze website op 24 januari 2020.
Hoofdstuk 1: doelstelling
Artikel 1
De cultuurraad heeft tot doel overleg en samenwerking tot stand te brengen onder de verenigingen, instellingen en diensten voor sociaal-cultureel werk en culturele vrijetijdsbesteding. Hij bevordert deze activiteiten in de ruimste betekenis, met inbegrip van de cultuurspreiding, de voortdurende vorming en de vrijetijdsbesteding. Hij adviseert de gemeentelijke overheid inzake culturele aangelegenheden, planning en bouw van culturele infrastructuur.
Artikel 2
De culturele aangelegenheden zijn:
- de bescherming en de luister van de taal
- de aanmoediging van de vorming van navorsers
- de schone kunsten
- het cultureel patrimonium, de musea en de andere wetenschappelijk-culturele instellingen, met uitzondering van de monumenten en landschappen
- de bibliotheken, discotheken en soortgelijke diensten
- de radio-omroep en de televisie
- de hulp aan de geschreven pers
- de permanente opvoeding en de culturele animatie
- de vrijetijdsbesteding en het toerisme
- de artistieke vorming
- de intellectuele, morele en sociale vorming
- de sociale promotie
Hoofdstuk 2: samenstelling en structuur
Artikel 3
De cultuurraad is samengesteld uit een algemene vergadering en een bestuur. Na de oprichting van de cultuurraad wordt, voor de eventuele uitbreiding van de algemene vergadering, een erkenningscommissie ingesteld.
Artikel 4
De algemene vergadering is samengesteld uit stemgerechtigde leden, die alle in de gemeente woonachtig moeten zijn. Het gemeentebestuur moet in de gemeentelijke cultuurraad die actoren betrekken die het Nederlandstalig cultuurleven bevorderen, zijnde:
- alle socioculturele verenigingen en -organisaties, zowel private als publieke, die werken met vrijwilligers.
- alle socioculturele organisaties en -instellingen, zowel private als publieke, die werken met professionele beroepskrachten.
- deskundigen inzake cultuur
- vrijwilligers uit Westerlo die geïnteresseerd zijn om het culturele leven in Westerlo mee uit te bouwen
Artikel 5
De cultuurraad mag, indien hij het nuttig acht, waarnemers opnemen die met raadgevende stem aan de werkzaamheden van de raad kunnen deelnemen.
Artikel 6
Politieke mandatarissen kunnen geen deel uitmaken van de cultuurraad. De schepen bevoegd voor cultuur en de ambtenaar belast met de toezichthoudende overheidsfunctie over culturele aangelegenheden kunnen als waarnemer uitgenodigd worden op de vergaderingen.
Artikel 7
Ter ondersteuning van de cultuurraad wijst de gemeente een medewerker aan, die de vergaderingen bijwoont en verslag ervan neemt. Dit is een administratief medewerker van de cultuurdienst.
Artikel 8
Een vereniging, organisatie of instelling die door de cultuurraad erkend wenst te worden, dient hiervoor een schriftelijke aanvraag te richten aan de raad van beheer van de cultuurraad.
De normen voor erkenning zijn:
- activiteiten uitoefenen, die in overeenstemming zijn met de bepalingen van artikel
- een werking en zetel hebben op het grondgebied van de gemeente Westerlo
- tenminste 12 maanden actief zijn
- het voorleggen van statuten, huishoudelijk reglement, ledenlijst en activiteitenverslag
Artikel 9
Om geldig te kunnen beslissen, moet tenminste 1/3 van de leden aanwezig zijn. Voor een wijziging van de statuten moet tenminste 2/3 van de leden aanwezig zijn. Indien niet aan deze voorwaarden voldaan wordt, beslist de volgende Algemene Vergadering, ongeacht het aantal aanwezigen. Alle beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen.
Artikel 10 Lidmaatschap van de algemene vergadering
Aan het mandaat van lid van de algemene vergadering komt een einde door:
- het ontslag uit de cultuurraad of uit de afvaardigende organisatie
- de intrekking van de opdracht door de afvaardigende organisatie
- het aanvaarden van een politiek mandaat of van een toezichthoudende overheidsfunctie over culturele aangelegenheden
- drie opeenvolgende niet-gemotiveerde afwezigheden op de vergadering van de cultuurraad, algemene vergadering of bestuur
- het niet meer woonachtig zijn op het grondgebied van de gemeente
- de intrekking van de erkenning van de afvaardigende organisatie door het bestuur of door het besluit van het bestuur van de onmogelijkheid om een afgevaardigde te kunnen aanwijzen
Artikel 11
Als wordt vastgesteld dat aan het mandaat van een lid van de algemene vergadering een einde is gekomen, zal het bestuur de vereniging hiervan op de hoogte stellen en dient er binnen de drie maanden in zijn vervanging te worden voorzien. Als dit niet gebeurt, vervalt het lidmaatschap van deze vereniging, instelling of dienst en kan het alleen weer verkregen worden na het indienen van een nieuwe aanvraag bij de voorzitter.
Een nieuwe aanvraag bij de voorzitter is ook vereist wanneer het mandaat is vervallen wegens schorsing of intrekking van de erkenning van de afgevaardigde organisatie.
Artikel 12 Dagelijks bestuur
De algemene vergadering kiest uit de kandidaat-leden, die voorgedragen worden door de verenigingen, het dagelijks bestuur. Dit gebeurt door geheime stemming en bij gewone meerderheid van stemmen. De algemene vergadering kiest uit haar leden een voorzitter en een ondervoorzitter en ten hoogste 10 leden. De financiële zaken worden door de cultuurdienst afgehandeld. Deze financiële zaken worden regelmatig voorgelegd aan het bestuur.
Artikel 13
De schepen bevoegd voor de cultuur wordt als waarnemer uitgenodigd op de vergaderingen van het dagelijks bestuur.
Artikel 14
De administratief medewerker van de cultuurdienst aangeduid door het college van burgemeester en schepenen woont de vergaderingen van het dagelijks bestuur bij en maakt het verslag op van deze vergadering.
Artikel 15
De duur van de mandaten valt samen met de legislatuur van de gemeenteraad (6 jaar), behoudens herverkiezing. De verkiezing van het nieuw bestuur dient te geschieden uiterlijk binnen de zes maanden volgend op de installatie van de nieuwe gemeenteraad. Wanneer het mandaat van een lid van het dagelijks bestuur tussentijds vacant wordt, dan duidt de algemene vergadering een opvolger aan, die het mandaat van zijn voorganger voltooit. Wanneer de functie van voorzitter of ondervoorzitter vacant wordt, dan benoemt het dagelijks bestuur een plaatsvervanger tot de eerstvolgende algemene vergadering. Deze wijst een opvolger aan, die het mandaat van zijn voorganger voltooit.
Artikel 16
Elk lid, aanwezig op de vergaderingen van het dagelijks bestuur, beschikt over één stem. Alle beslissingen worden genomen met gewone meerderheid van stemmen der aanwezige leden. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter beslissend. Ieder lid heeft het recht een punt op de agenda te plaatsen. Deze punten dienen uiterlijk 10 dagen voor de datum van de vergadering op het secretariaat toe te komen.
Artikel 17
Het dagelijks bestuur vergadert telkens wanneer het noodzakelijk blijkt (+1 per maand). De uitnodiging zal de agenda van de vergadering vermelden en minstens 8 dagen voor de vergadering aan de leden worden verzonden.
Hoofdstuk 3: commissies en werkgroepen
Artikel 18
De algemene vergadering kan secties per sociaal-culturele activiteiten of per wijk alsmede studiecommissies en werkgroepen oprichten voor het onderzoek van bepaalde aspecten van het cultuurbeleid en van het culturele werk.
Hoofdstuk 4: goedkeuring en wijziging statuten
Artikel 19
De algemene vergadering stelt de statuten en het huishoudelijk reglement van de cultuurraad vast. Het ontwerp van statuten en huishoudelijk reglement wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd. Het huishoudelijk reglement organiseert de werking van de algemene vergadering, van het bestuur, van de secties, studiecommissies, werkgroepen en verder alles wat niet in de statuten is bepaald. De statuten en het huishoudelijk reglement worden goedgekeurd of gewijzigd bij gewone meerderheid van stemmen op een aanwezigheid van ten minste twee derde van de stemgerechtigde leden. Als er op de vergadering onvoldoende stemgerechtigde leden aanwezig zijn, wordt binnen de veertien dagen een buitengewone vergadering bijeengeroepen met dezelfde dagorde, waarop geldig gestemd kan worden ongeacht het aantal aanwezigen.
Hoofdstuk 5: taak van de algemene vergadering
Artikel 20
Tot de bevoegdheid van de Algemene Vergadering behoren:
- de wijziging van de statuten en het huishoudelijk reglement
- de ontbinding van de gemeentelijke cultuurraad
- de aanstelling en het ontslag van de bestuurders
- de aanstelling van twee commissarissen voor het nazien van de rekeningen en de begroting
- de jaarlijkse goedkeuring van de rekeningen en de begroting van de cultuurraad
- het verlenen van advies over het cultuurbeleidsplan
Artikel 21
Alle gelden worden beheerd door de cultuurraad. Twee rekeningnazichters, die door de vorige algemene vergadering aangewezen werden, zien voor de algemene vergadering de rekeningen na. Zij brengen verslag uit aan de algemene
vergadering.
Hoofdstuk 6: toezicht van en verhouding tot het gemeentebestuur
Artikel 22
Jaarlijks legt de cultuurraad een afrekening over het voorbije werkjaar en een begroting voor het komende werkjaar ter goedkeuring aan het college van burgemeester en schepenen voor.
Artikel 23
De erkenning van de cultuurraad houdt in dat het gemeentebestuur:
- een werkingstoelage verleent aan de cultuurraad
- een vergaderlokaal ter beschikking stelt
- administratieve hulp biedt, inzonderheid voor het secretariaatswerk
- advies vraagt aan de cultuurraad inzake principiële, materiële en financiële hulp aan de verenigingen en inzake alle culturele aangelegenheden zoals vermeld in artikel 1 van deze statuten
- binnen een aanvaardbare termijn een gemotiveerd antwoord geeft, wanneer de cultuurraad informatie of een advies vraagt
- de cultuurraad laat deelnemen aan het beheer van de gemeentelijke culturele infrastructuur overeenkomstig de ter zake geldende wetgeving
Hoofdstuk 7: verhouding met andere gemeentelijke adviesraden
Artikel 24
De cultuurraad zal een afgevaardigde van elke andere gemeentelijke adviesraad als waarnemer opnemen in de algemene vergadering.
Artikel 25
Overeenkomstig artikel 4 van het decreet van 14 juli 1991 zal er geregeld gezamenlijk overleg gepleegd worden tussen de erkende gemeentelijke adviesraden en zullen de verslagen onderling uitgewisseld worden.